“Studenten beseffen dat ze als arts hun eigen leven niet volledig op de tweede plaats moeten zetten.”
Sarah Maesen is laatstejaars geneeskundestudente aan de KU Leuven en activiste bij Comac. Het afgelopen academiejaar liep ze op verschillende plaatsen stage, waaronder de praktijk van Geneeskunde voor het Volk (GVHV) in Lommel. We spreken haar over de opleiding geneeskunde, werkomstandigheden in de zorgsector, de impact van de toenemende commercialisering van ons zorgsysteem en het belang van activisme.
Hoe is het afgelopen academiejaar voor jou verlopen?
Tijdens het laatste jaar geneeskunde moeten we een heel jaar stage lopen, op twintig dagen vakantie na. De stage loopt op tot 60 of soms zelfs 72 uur per week. Daarnaast moeten we onze thesis schrijven, taken maken en af en toe lessen volgen. De combinatie is erg zwaar. Er blijft amper tijd over voor vrienden, familie en sociaal engagement, of zelfs om bijvoorbeeld te koken. Daarbij moet je ook constant de beste versie van jezelf zijn want je krijgt punten voor je stage, en die punten bepalen uiteindelijk of je kan specialiseren of niet. Het is dus echt een intens jaar. Ik heb op verschillende plaatsen stage gelopen, van Brussel tot in Sint-Truiden. Mijn laatste stage was bij Geneeskunde voor het Volk in Lommel.
“Er blijft amper tijd over voor vrienden, familie en sociaal engagement, of zelfs om bijvoorbeeld te koken.”
Sarah Maesen
Zijn er studenten die iets aan die aanpak willen veranderen?
Sinds kort is er een groep met een toenemend aantal studenten, Arts en Mens, die pleit voor betere werkomstandigheden tijdens de stages in de geneeskundeopleiding. We hebben op heel korte tijd duizend handtekeningen opgehaald online en veel studenten steunen onze eisen.
Onlangs publiceerde De Standaard ons opiniestuk en besprak het Parlement onze vraag. We ontvingen ook veel berichtjes met getuigenissen. Ik merk dus wel dat de houding verandert. Studenten beseffen dat ze als arts hun eigen leven niet volledig op de tweede plaats moeten zetten. Er is ook de mogelijkheid om je eigen leven te hebben en een goede, misschien zelfs betere arts te zijn.
De laatste jaren lijkt er meer te bewegen rond de werkomstandigheden van artsen in opleiding. Klopt dat?
Ja, van stagiaires maar ook van assistenten. Die twee worden in de politiek vaak door elkaar gehaald. Assistenten zijn afgestudeerd maar moeten heel hard werken voor een heel laag loon.
Zowel stagiaires als assistenten proberen nu aan te tonen dat we dit systeem niet moeten normaliseren. Artsen zijn hierdoor namelijk later in hun carrière vaak slecht in het aangeven van hun grenzen wat betreft werkdruk, wat leidt tot een groot aantal burn-outs, depressies en verslavingen.
Wat waren voor jou de grootste verschillen tussen je stage bij een wijkgezondheidscentrum van GVHV en je stages op andere plaatsen, waar het systeem van de prestatiegeneeskunde geldt?
Er waren er echt veel. Eerst en vooral belde GVHV me al op voor mijn stage om te vragen of ik voltijds stage zou lopen. Voltijds betekende voor hen 38 uur. Ik vond dat te gek voor woorden. 38 uur is heel weinig. Daarna vroegen ze me wat ik graag zou willen bijleren tijdens mijn stage. Een enorm verschil met de andere stageplaatsen waar ik voortdurend moest tonen hoe goed ik alles kan. Bij GVHV werd ik ondersteund en behandeld als iemand die nog aan het leren is. Supercool!
Tijdens mijn stage mocht ik ook werken aan preventieprojecten, wat ik heel graag deed. Ik heb meegewerkt aan een campagne die vrouwen wil overtuigen om meer uitstrijkjes voor baarmoederhalskanker bij de huisarts te laten nemen. De focus bij preventieprojecten ligt op mensen gezond houden in plaats van medische problemen achteraf op te lossen. Omdat de patiënt binnen een forfaitair systeem niet moet betalen na de consultatie, maar alles meteen via de mutualiteit wordt verrekend, is er meer tijd voor preventie en gezondheidseducatie.
De patiënt komt op de eerste plaats. In de prestatiegeneeskunde worden bijvoorbeeld veel onnodige tests afgenomen, omdat het voordelig is voor de artsen om meer patiënten te zien en meer testen uit te voeren. Omdat je meer tijd hebt per consultatie in een forfaitair systeem en de patiënt achteraf niet moet betalen heb je ook meer tijd om gesprekken te voeren en een vertrouwensband te creeëren.
“Binnen een forfaitair systeem komt de patiënt op de eerste plaats.”
Sarah Maesen
Merk je een verschil tussen werken in private of publieke ziekenhuizen?
In België is er niet echt sprake van privatisering in grote ziekenhuizen. Er bestaan wel kleinere privéziekenhuizen maar daar weet ik weinig van. Wat ik wel merk is dat de winstlogica steeds aanweziger is in ziekenhuizen. Alle zorgwerkers moeten hun prestaties noteren zodat die zeker worden betaald. Er komt veel administratie bij kijken. Daarnaast worden er veel onnodige testen en scans uitgevoerd om extra inkomsten te voorzien. Er is ook een onderbezetting en onderbetaling van verpleegkundigen. Dat is een politiek probleem.
“De winstlogica is steeds aanweziger in ziekenhuizen.”
Sarah Maesen
De werkomstandigheden zijn niet enkel slecht voor assistenten en stagiaires geneeskunde. Ook verpleegkundigen en ander zorgpersoneel pleiten voor betere werkomstandigheden. Is er sprake van solidariteit tussen verschillende zorgwerkers?
Als studenten vinden we het heel belangrijk om solidair te zijn met iedereen die werkt in onze zorginstellingen. Wij willen bijvoorbeeld niet dat er nog extra werk op de schouders van verpleegkundigen valt als stagiaires en assistenten minder moeten doen. We vragen meer middelen en betere werkomstandigheden voor iedereen. Gezondheidszorg is een systeem waarin heel veel mensen belangrijk zijn. Dat gaat bijvoorbeeld ook over de mensen die het operatiekwartier kuisen. Ze zijn allemaal onmisbaar!
Bedankt Sarah!