DR Congo: De impact van armoede en gender in de strijd tegen corona
Het aantal besmettingen en dodelijke slachtoffers door Covid-19 in DR Congo blijft voorlopig minder hoog dan waarvoor aanvankelijk gevreesd werd. Toch hebben onze partners er de handen vol met het overtuigen van mensen om zich voldoende te beschermen. De verspreiding van het virus moet kost wat kost tegengehouden worden om een gezondheidscatastrofe te voorkomen. In een reeks interviews leggen onze partners uit hoe ze te werk gaan ondanks de vele obstakels.
Los van de toegang tot proper water maakt de armoede waarin veel Congolezen leven het nog moeilijker om alle hygiëne- en afstandsmaatregelen te volgen. Vrouwen en meisjes zijn extra kwetsbaar.
Hoe overtuig je mensen in armoede van de preventiemaatregelen?
Sylvie Luzala, voorzitster van het nationaal bestuur van Etoile du Sud: “In de volksbuurten waar we werken maken armoede en andere problemen het echt moeilijk om de mensen te overtuigen van de maatregelen. Hoe zeg je bijvoorbeeld aan een moeder, aan een huisvrouw, dat ze thuis moet blijven als ze niet echt een reden heeft om naar buiten te gaan. Dat was moeilijk. Dan antwoordden ze: “Waarom vraag je ons om thuis te blijven? Hoe kom je erbij dat ik geen reden heb om naar buiten te gaan? Ik heb alleen mijn handen om mijn kinderen te helpen en hen te eten te geven. Ik moet elke dag naar buiten om de kost te verdienen.”
We moesten veel tactieken gebruiken om deze mensen te helpen. De meesten zijn huisvrouwen, sommigen zijn zwanger, sommigen zijn ziek of hebben veel gezondheidsproblemen. Als ze dan toch naar buiten moesten, raadden we hen aan: “Zorg ervoor dat je een hydro-alcoholische gel gebruikt, draag je mondmasker en zorg dat je op veilige afstand blijft van de mensen met wie je praat”. Dat was voor sommigen onmogelijk. Dan kreeg je het antwoord: “Ik verkoop op de markt, hoe kan ik mensen nu vragen om op afstand te blijven?”
Lopen vrouwen vrouwen dan meer risico op besmetting?
Sylvie: “Vrouwen en meisjes zijn het vaakst buiten. Jongens blijven thuis omdat er geen lessen zijn, en ook geen voetbal. Maar de meisjes moeten hun moeder helpen om naar de markt te gaan voor inkopen of om producten te verkopen.
We zijn een organisatie met weinig middelen en kunnen dergelijke problemen niet alleen de baas. Daarom zijn we met onze partner CODIC naar de lokale overheid van Kintambo gestapt om het probleem aan te kaarten. We hadden de markten en ziekenhuizen in Kintambo bezocht. Zoveel mensen, zo dicht bij elkaar. Het leek alsof er geen ziekte was, alsof het leven zijn normale gang ging.
In ons gesprek met de lokale overheid hebben we onze bezorgdheid geuit over de situatie van vrouwen en meisjes. De overheid moet meer doen om hen te sensibiliseren en te beschermen tegen deze pandemie. Op markten en in ziekenhuizen zijn vrouwen immers vaker blootgesteld aan het gevaar dan mannen.”